Zaterdag 14 mei. Verdwaalde tuk tuk.

14 mei 2016 - Delhi, India

Vandaag is al weer de laatste dag van onze reis door India. Komende nacht vliegen we weer naar Nederland. Dat houdt dus in dat we nog een hele dag hebben om de dingen in Delhi te bezoeken die we nog graag willen zien. En daar hoort in elk geval het Rode fort bij. Na ons ontbijt houden we twee tuk tuks aan die ons naar het Rode fort brengen. De tuk tuks zijn hier veel kleiner dan die in de andere steden, zodat we ons over twee voertuigen verdelen. Ze rijden achter elkaar aan naar het fort. Bij de ingang worden we afgezet. We kopen toegangskaarten en gaan naar binnen. Het eerste gedeelte bestaat uit een overdekte lange toegangspoort waar allerlei souvenirs verkocht worden. De jongens kiezen alle drie een leuk aandenken uit. Chris en Marijn kiezen een beeldje van Ganesh, het olifantje dat in het Hindoeïsme wordt beschouwd als god van kennis en wijsheid, hindernissen wegneemt en beschermheilige van de reizigers is. Stephan gaat voor een miniatuur Taj Mahal.
Het Rode fort valt, in vergelijking met de andere forten die we al hebben gezien, een beetje tegen. Het is niet zo goed behouden gebleven en de mooi uitgewerkte details, zie we elders wel zagen, ontbreken hier. Tijdens onze reis zijn we relatief weinig westerse toeristen tegengekomen. Wij vallen dus erg op tussen de autochtone Indiase bevolking met onze korte broeken, blote armen en brillen. Vooral Stephan en Marijn, met hun vreemde kleur haar, zijn hier ware attracties. Zij zijn al vele keren op de foto geweest tijdens onze reis, maar vandaag overtreft alles. Iedereen wil met ons op de foto. Er staan op den duur zelfs vijf nieuwsgierige Indiërs met camera’s om ons heen!
Als we zijn uitgekeken bij het Rode fort nemen we een tuk tuk naar Connaught place. Een man die klanten ronselt voor de riksja’s wil ons koste wat kost in een fietstaxi hebben en probeert ons wijs te maken dat er geen gemotoriseerd verkeer in Connaught place mag komen. Nou heb ik in heel India nog geen enkel plekje gezien waar geen tuk tuk is, dus gaan wij in onderhandeling met een jonge bestuurder van een wat grotere tuk tuk, waar we met zijn allen in kunnen. De riksja-klanten-ronselaar blijft zich maar met ons gesprek bemoeien en de jonge tuk tuk chauffeur lijkt niet tegen de man te zijn opgewassen. Ik heb genoeg van de vervelende bemoeial, zeg hem dat hij op moet donderen en we stappen met z’n allen in de tuk tuk. Het is druk in de straten van Delhi en we komen nauwelijks vooruit. We rijden over drukke wegen en door smalle steegjes, komen langs de grote moskee waar we gisteren ook waren en de chauffeur vraagt regelmatig instructies aan de lokale bevolking. We krijgen steeds sterker het vermoeden dat onze jonge chauffeur niet weet waar Connaught place is. Na ongeveer een uur stop hij ermee. Een toevallige voorbijganger die redelijk Engels spreekt vertaalt het een en ander en er wordt een andere tuk tuk voor ons geregeld die ons naar de plaats van bestemming brengt. Ik zeg voor de grap dat ik betwijfel of de jonge chauffeur ooit nog wel de weg naar huis vindt. Marijn loopt hier een uur later nog over te piekeren en vraagt meermaals of die arme jongen nog wel thuis komt.
Connaught place is een gebied met veel winkels en restaurants. Wij zijn hier gekomen voor de vele boekenwinkels. Eerst eten we iets en dan gaan we naar de boekenwinkels, op zoek naar iets leuks. We vinden al snel wat we zoeken. Stephan ziet een Engelstalige versie van “20.000 mijl onder zee”. Op dit moment leest hij de Nederlandstalige versie. We kopen de Engelstalige en spreken af dat we die samen gaan lezen zodra hij de Nederlandstalige uit heeft. Ik kan mijn geluk niet op als ik ontdek dat er na de dood van mijn favoriete auteur, Sidney Sheldon, nieuwe boeken zijn uitgekomen. Weliswaar door een ander geschreven, maar met zijn personages. Komt goed uit. De twee Sidney Sheldon’s die ik had meegenomen zijn bijna uit.
Voordat we Connaught place verlaten drinken we koffie bij Starbucks. Dan nemen we twee tuk tuks terug naar het hotel. Deze chauffeurs zijn gelukkig wel goed bekend en we zijn er zo.
Omdat onze vlucht vannacht pas gaat, heb ik met onze reisorganisatie geregeld dat we tot aan het vertrek naar het vliegveld over onze kamers kunnen beschikken. Na nog wat laatste inkopen in Karol Bagh pakken we onze koffers in, nemen een frisse douche en gaan dan nog een paar uur slapen. Om 11 uur gaat de wekker en om half 12 vertrekken we richting het vliegveld. Onze eigen chauffeur is er weer! We nemen afscheid, checken in en wachten totdat het tijd is om naar huis te vliegen. De laatste roepies gaan op aan koffie en chocolade en een paar biljetten worden bewaard voor een mogelijke spreekbeurt.
Twee hectische weken vol avontuur zitten er weer op. We hebben taferelen gezien die, hoe goed je het probeert, niet te omschrijven zijn. We hebben de Indiase rijkdom uit het verleden gezien, maar ook de enorme armoede waarmee het land nu te kampen heeft. We hebben dagelijks de hoge temperaturen van meer dan 40 graden doorstaan, we zijn ziek geweest en we hebben dingen gegeten waarvan we geen flauw idee hebben wat het was. We zijn een enorme ervaring rijker. We hebben kennis gemaakt met een cultuur die in de verste verte niet lijkt op de onze. We hebben kinderen zien bedelen en hulpeloze gehandicapten zien zitten langs de kant van de weg. We hebben gezien hoe de bevolking zijn eigen land vervuild door hun afval gewoon in de straten te dumpen. We hadden hier nog wel wat meer tijd willen doorbrengen en nog meer van deze cultuur willen opsnuiven, maar we zijn blij dat we, met de onuitwisbare indruk die we van India hebben opgedaan, terug kunnen keren naar een prachtig land als Nederland.
En als zich volgende week een cliënt op kantoor meldt die stelt problemen te hebben met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, dan zal ik zeggen dat ik een land ken waar ze dat soort problemen niet hebben…