Duiken en business

4 mei 2019 - Sanur, Indonesië

Donderdag 2 mei 2019

Als om half zeven de wekker gaat, trekken Bert, Chris en Stephan meteen hun zwembroek aan onder hun korte broeken. Ze gaan vandaag duiken. Om zeven uur gaan we ontbijten. Hier geen buffet, maar keuze uit zes verschillende ontbijtjes, van English breakfast tot Indonesisch ontbijt met bami, maar ook gewoon croissants en muesli. En een donkerrood dragonfruit sapje. Dragonfruit is hier een veel voorkomende vrucht. Een ovale, stekelige vrucht, iets groter dan een mango maar kleiner dan een cocosnoot. Het vruchtvlees is zacht zoals een watermeloen en de kleur is donkerrood tot paars, te vergelijken met rode bieten. Als je het op je handen krijgt, kleuren je handen ook paars.   

Om kwart voor acht worden Bert, Chris en Stephan opgehaald. Ze gaan duiken aan de oostkant van het eiland. Vlak voor de kust ligt een scheepswrak.

Marijn en ik hebben onze eigen plannen gemaakt voor vandaag. Maar omdat Bert de portemonnee heeft meegenomen, moeten we eerst langs de flappentapper. Dan brengen we wat kleren naar de wasserij, want een snelle rekensom leert dat we het net niet redden met de voorraad kleren tot aan het einde van de reis. De eerste wasserij die we vinden rekent per kledingstuk en niet per kilo. Dat is niet de bedoeling. Een stukje verderop zien we weer een bordje “laundry” staan. Het pijltje wijst naar links. We lopen een soort van erf op met meerdere gebouwen. Nergens kunnen we een wasserij vinden. We kloppen ergens op de deur en staan plotseling in een kliniek. Er wordt iemand bijgehaald die Engels spreekt en ons de weg wijst naar de wasserij. Helemaal verscholen, achter een openlucht muziekschool, vinden we hem. We leveren onze was in en spreken af dat we de kleren vanmiddag of morgenochtend komen ophalen. We lopen weer terug naar de straat en houden een taxi aan, die ons naar de art market van Denpasar brengt. Marijn loopt al een tijdje met het idee om een bedrijfje op te richten, dus we gaan hier eens even kijken wat de mogelijkheden zijn. We worden uit de taxi gezet in een drukke marktstraat. Hier worden overal levensmiddelen verkocht. Ergens hier in de buurt zou een grote markthal moeten zijn waar houtsnijwerken en dergelijke verkocht worden. We vinden inderdaad een grote hal, maar ook hier zijn weer overal levensmiddelen te koop. Op de eerste verdieping wordt alleen vlees verkocht. Honderden kramen die hun vlees hebben uitgestald, zonder enige vorm van koeling erbij. Op de tweede etage wordt groente en fruit verkocht en op de derde etage de houdbare levensmiddelen, zoals noodles en rijst. De vierde etage is de kledingafdeling. Al met al is dit niet wat we zoeken. We zien dat er aan de overkant nog een grote hal staat. Ook hier zijn weer heel veel levensmiddelen te koop. We vragen waar de ‘arts’ zijn en worden naar de derde etage gestuurd. We gaan een paar smerige trappen op met trappen bijna op een kakkerlak. De derde etage biedt inderdaad wat we zoeken. Boeddha beelden van brons en hout, Boeddha maskers, echt allerlei locale kunst. We kijken even rond en leggen een paar verkopers onze plannen uit. We krijgen wat visitekaartjes mee, omdat sommige beelden te groot en te zwaar zijn om mee naar huis te nemen. Bij een andere kraam, waar een vrouw meteen haar uiterste prijzen geeft als we zeggen dat we hier voor ‘business’ zijn, zoeken we een aantal leuke dingen uit die we wel zelf mee in het vliegtuig naar huis kunnen nemen. Met een paar zakken vol met handelsvoorraad lopen we even later door de straten van Denpasar, op zoek naar een taxi die ons weer terug naar het hotel brengt. Daar droppen we onze spullen en lopen vervolgens naar het strand om daar iets te eten. We bestellen een club sandwich en iets te drinken en proosten op Marijn’s toekomstige multinational. Ik spreek meteen met hem af dat ik altijd degene zal zijn die hij meeneemt op zakenreizen naar verre bestemmingen. Dat belooft hij mij nadat ik hem heb omgekocht met een bananasplit. Na de lunch lopen we een stuk over het strand. Een paar kilometer verderop is namelijk een groot warenhuis waar de even willen gaan kijken. Na wat zoeken vinden we het. Een mega groot warenhuis waar echt van alles verkocht wordt. We kijken even bij de koffers, want gezien de handelsvoorraad die we hebben gekocht, hebben we waarschijnlijk een extra koffer nodig. Op de terugweg naar ons hotel lopen we meteen even naar de wasserij waar we deze ochtend onze kleren hebben ingeleverd. We krijgen een keurig schoon en strak opgevouwen pakketje terug.

Eenmaal terug in het hotel springen we het zwembad in. Dat frist heerlijk op, want het is hier ontzettend warm. Ondertussen komen Bert, Chris en Stephan terug van het duiken. Ze vertellen wilde verhalen over het wrak waar ze doorheen zijn gezwommen, kwallenbeten, grote vissen en een vis die bij Bert aan zijn oor zat te knabbelen. Chris, die volgens de andere twee zwemt ‘als een bezopen schildpad’, heeft op het laatst nog wat lucht van zijn buddy moeten gebruiken omdat zijn fles leeg was.

Duiken maakt hongerig, dus lopen we naar de hoofdstraat om iets te gaan eten. We vinden een  leuk tentje waar zowel Indonesische als westerse maaltijden te verkrijgen zijn. Ondertussen proberen we per email contact te krijgen met ene Ronnie. Deze persoon, die een rondleiding over het eiland kan verzorgen, is ons geadviseerd door de Nederlander in Kalibaru. We krijgen contact met hem en we spreken af dat hij ons morgen om half negen ophaalt bij ons hotel om een aantal bezienswaardigheden van Bali te gaan bekijken. Na de maaltijd lopen we de lange route terug naar ons hotel.

1 Reactie

  1. Bri:
    4 mei 2019
    Hey Marijn
    Ik wil dolgraag iets van jou kopen...een beetje Indonesie in Belgie kan geen kwaad😉🙊