Slaven en dolfijnen

16 februari 2020 - Frederiksdorp, Suriname

Guesthouse Twenty4 is basic. Een kamer met bedden en een klein, gammel bureautje in het centrum van Paramaribo. De recensies op internet zijn wisselend. De een prijst de relaxte sfeer en het grote balkon, de ander klaagt over de eenvoud en de matige hygiëne. Wat er ook van zij, wij hebben geslapen als roosjes. Uit de douche komt een klein straatje water, maar wel lekker van temperatuur. We zijn er tevreden mee. Omdat we al om acht uur worden opgehaald, hebben we afgesproken dat we om zeven uur mogen ontbijten. Dat is een half uur voordat de kantine open gaat. Om acht uur komt een stevige Surinaamse vrouw voorrijden met een Toyota Wish. Zij brengt ons naar Frederiksdorp. Om daar te komen moeten we de Commewijne rivier oversteken via een megahoge brug. De Toyota heeft moeite met de klim. Op ons verzoek stopt de vrouw bij een supermarkt zodat wij flessen water kunnen inslaan. We rijden zo’n drie kwartier totdat we moeten overstappen op een bootje. We nemen afscheid van de vrouw en stappen in het kleine bootje, dat aan de zijkanten is dichtgemaakt met zeil om ons te beschermen tegen de regen. Het regent de hele ochtend al, afwisselend hard en miezerig.

Aan de overkant van de rivier ligt Frederiksdorp. Een oude suikerplantage waar in vroegere jaren slaven zware arbeid verrichtten, nimmer naar tevredenheid van hun eigenaren. De oude plantage is nu omgebouwd tot een toeristisch oord waar de cultuursnuiver, naast zwemmen en eten, meer te weten kan komen over die zware, zwarte tijden van een paar eeuwen geleden.

Wij blijven hier een nacht. We zijn te vroeg om in te checken. Onder de veranda drinken we een kopje koffie. Ondertussen gaat het steeds harder regenen. Op de muur hangt een bord waarop de activiteiten van vandaag, voorzien met aanvangstijden, zullen plaatsvinden. Een van de medewerkers verandert de tijd van onze activiteit, dolfijnen spotten. De tour staat gepland voor half 11, dus we kunnen nog even rustig aan doen.

Om half 11 lopen we naar de steiger. We krijgen een zwemvest aan en stappen op een bootje, samen met nog wat andere mensen. Er is hier in Suriname niet veel toerisme, maar de mensen die je tegenkomt zijn bijna allen Nederlanders. De boot vaart een stukje over de rivier, richting de oceaan. Omdat er veel vis in dit stuk rivier zit, zijn er ook veel dolfijnen. Als het een beetje meezit, kunnen we ze in actie zien terwijl ze op jacht zijn naar voedsel. Onze gids Gio zit voorop de boot en zoekt met zijn getrainde ogen de rivier af. Na een tijdje zegt hij: “We hebben maar één kans om dolfijnen te zien. Verderop ligt een andere boot. Daar zijn waarschijnlijk dolfijnen. Achter ons nadert er een storm. Het is nu of nooit.” Achter ons wordt het inderdaad donker. Ondertussen signaleren we de eerste dolfijnen. Vrolijk zwemmen ze in het rond. Omdat ze in groepen leven, zien we ze plotseling overal. We varen een tijdje tussen de dolfijnen door. Prachtig om te zien, vooral de kleintjes die met hun moeder meezwemmen. Achter ons wordt het steeds donkerder. We keren om en varen weer terug naar onze plantage. Maar het gaat steeds harder regenen. Het dak van het bootje is voorzien van een zeiltje, en ook de zijkanten worden dichtgemaakt. Maar dat voorkomt niet dat we kletsnat worden. Door de wind en de hoge snelheid van de boot waait de regen gewoon de boot in. Drijfnat komen we weer aan bij de plantage. Daar zijn onze kamers nog steeds niet gereed, dus drogen we ons zo goed als mogelijk af en hopen dat de warme temperatuur onze kleren weer droogt.

Hier op Frederiksdorp zijn alle maaltijden inclusief. We mogen kiezen van de kaart. Het duurt zeker drie kwartier voordat we ons eten krijgen. Terwijl we zitten te wachten merkt Bert een enorme vogelspin op, die in de boom naast ons zit. Wat een prachtig beest. We maken er foto’s van. Ook de mensen die aan de andere tafels zitten te eten komen kijken en zetten het beest uitgebreid op de foto. Hij beweegt amper, maar telkens als hij één van zijn lange harige poten verplaatst staat iedereen weer om de boom.

Ondertussen zijn ook onze kamers gereed. Een tweepersoons huisje voor Bert en mij en een vierpersoons huisje voor de jongens een stukje verderop. En op de veranda een hangmat om het tropische gevoel compleet te maken.

Na de lunch lopen we met Gio over de plantage. Hij vertelt ons hoe het er hier vroeger aan toeging en waar de plantage voor heeft gediend na de afschaffing van de slavernij. De oude woning van de oorspronkelijke eigenaar is nog volledig intact, evenals de dokterswoning van destijds. Op het terrein zijn nu cabanas geplaatst, kleine houten huisjes waar de bezoekers verblijven. Het is hier een oase van rust, met alleen maar vogelgeluidjes (en brullende airco’s).  

De rondleiding over de plantage duurt ongeveer een uur. Later op de middag gaan we de Swamptour doen. Hiervoor moeten we eerst een stukje lopen naar de volgende plantage, Johanna Margaretha. Daar hoort eigenlijk een bootje voor ons klaar te staan, maar die is er niet. Gio pleegt een telefoontje en binnen 10 minuten komen er twee bootjes aan varen. We verdelen ons over de bootjes. Chris, Stephan, Bert en ik in één bootje en Marijn met de andere toeristen en een ander bootje. Na een minuut of vijf varen moeten we onder een lage brug door. Iedereen moet plat gaan liggen op de boot. En omdat de buikspieren al een tijdje niet meer getraind zijn, kost het moeite om weer overeind te komen. Een stukje verderop is een sleephelling. Iedereen moet de boot uit en de mannen moeten de boot over de sleephelling heen trekken. Aan de andere kant van de helling stappen we weer in de boot en varen we verder, het moeras in. Het is hier erg ondiep, maximaal een meter. Er zijn veel vogels in dit gebied. Ook veel kaaimannen trouwens, maar die zien we niet. De motor van de boten wordt uitgezet zodat we van de stilte van dit gebied kunnen genieten. 

Na een tijdje varen we terug. Weer de sleephelling over, weer onder de lage brug door. Bij Johanna Margaretha  stappen we uit. Daar worden twee reisgenootjes opgehaald omdat ze weer terug gaan naar Paramaribo. Wij kopen bij een plaatselijk winkeltje cola om een beetje af te koelen. Hoewel we voor de Swamptour onze regenponcho’s hadden meegenomen, heeft het niet geregend maar is de zon fel gaan schijnen. 

We lopen weer terug naar Frederiksdorp. Daar hebben we nog even de tijd om in onze cabanas met airco af te koelen voordat we aanschuiven voor het diner. Onze harige vriend met de acht poten zit er ook nog steeds. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Erika Koehoorn:
    17 februari 2020
    Wat een leuke dag! Behalve die vogelspin! 😊
  2. Jan Olislaegers:
    17 februari 2020
    Leuk verhaal, maar nu moet het nog echt beginnen. Geniet ervan.