Maandag 2 mei. Shit happens

2 mei 2016 - Bikaner, India

Shit happens
Dag drie van onze rondreis. Het is de bedoeling dat we vanochtend om 9 uur verder gaan naar de volgende plaats, Bikaner. Om kwart voor 8 gaat de wekker. Ik maak de jongens wakker, die nog prinsheerlijk liggen te slapen in hun Maharadjakamer. Als iedereen is aangekleed en we op het punt staan om naar de ontbijtzaal te gaan, gaat het fout met Marijn. Door te tropische hitte en de blootstelling aan bacteriën die we thuis niet kennen, is hij het eerste slachtoffer van iets wat ons allemaal nog te wachten staat: diarree. Zo heftig dat het toilet net iets te ver weg is. Geen probleem: douchen en schone kleren en dan alsnog naar de ontbijtzaal. Bert stelt de gids en chauffeur op de hoogte van ons probleempje en we spreken af dat we een half uur later vertrekken.
Het ontbijt moet nog voor ons gemaakt worden. Roerei, toast, boter en jam en natuurlijk bananen. Twee keer moet het ontbijt onderbroken worden in verband met niet uitstelbaar toiletbezoek door Marijn. Beide keren gingen gelukkig wel goed.
Na het ontbijt pakken we de laatste spullen in en gaan naar onze bus. Het eerste stuk is hobbelig omdat het asfalt totaal versleten is. Onze chauffeur rijdt voorzichtig en probeert de grootste kuilen te vermijden. We worden ingehaald door een grote, propvolle bus waarbij zelfs het dak helemaal vol zit met mensen. Hij toetert luid, niet zo’n ordinaire toet-toet maar een vrolijk melodietje, en in de verte zie ik hem nog even flink slingeren. Het is een wonder dat er niemand van het dak valt. We passeren het stadje Fatipur. Weer zo’n typisch druk chaotisch Indiaas plaatsje waar je niet uitgekeken raakt. Ook komen we langs een reservaat waar antilopen leven. Het landschap verandert en wordt steeds woestijnachtiger. Een stukje verderop moeten we een noodstop maken voor Marijn. Gelukkig zijn we voorbereid en hebben we de billendoekjes bij de hand. Dit is toch het ultieme vakantiegevoel, poepen in de woestijn!
De reis gaat verder. Eerst nog over een goede weg, maar daarna wordt de weg weer slechter. We passeren nog een paar kleine dorpjes en dan komen we aan in Bikaner. Een grote stad met veel brommertjes, tuk tuk’s en koeien op de weg. En natuurlijk weer overal zwerfhonden. We stoppen bij een hotel waar we lunchen. Hier in India maakt men niet veel haast dus het duurt lang voordat onze maaltijd voorgezet wordt. Het is weer zo’n typisch toeristisch restaurant waar alle bussen stoppen voor lunch. Da’s jammer, want wij eten liever bij de lokale bevolking.
Na de lunch bezoeken we het Junagarh fort. Dit fort dateert uit de 16e eeuw en is door de eeuwen heen goed bewaard gebleven. Het is een en al rijkdom en geeft een beeld van hoe de Maharadja’s leefden. We bezoeken ook nog het naastgelegen museum.
We vervolgen onze reis. Onderweg stoppen we bij een begraafplaats van de Maharadja’s, Davikund sagar. Vele generaties liggen hier in imposante witte tombes begraven. In 2010 is er nog een Maharadja begraven. Eigenlijk moeten bezoekers hun schoenen uit doen als ze de begraafplaats betreden. Dat hebben we geprobeerd, maar de tegels waren zo heet dat het onmiddellijk zou leiden tot blaren. In overleg mogen we de schoenen aanhouden. Marijn en Chris zijn wel dapper genoeg om het op hun sokken te proberen. Kennelijk vinden de medewerkers van de begraafplaats dat geen goed idee. Zij komen ons achterna met de schoenen.
Bij de ingang van het kerkhof staat een mannetje ijs te verkopen. Voorverpakt, dus dat kun je hier rustig eten. We kiezen een nep-cornetto die we snel moeten eten omdat hij al erg zacht is. Ondertussen maken we foto’s van een kameel die een kar trekt. De kar is zweer overbeladen met diervoer dat net is geoogst. De grote massa voer wordt bij elkaar gehouden met een stuk zeil. Onderweg hebben we dit al vaker gezien. Soms wordt de kar getrokken door een trekker, maar vaak ook door een kameel. Volgens onze chauffeur gebeuren er vaak ongelukken omdat de karren veel te zwaar geladen zijn.
We gaan door naar een kamelenboerderij. Hier worden verschillende soorten kamelen gefokt. De jonge kamelen zijn een beetje nieuwsgierig en komen naar je toe, maar echt knuffelen met die beesten is er niet bij. Gezien de forse hoeveelheid schuim die sommige beesten op hun bek hebben is dat eigenlijk ook niet wenselijk.
We worden naar ons hotel gebracht. De jongens willen gaan zwemmen, maar het zwembad blijkt gesloten te zijn voor onderhoud. We willen graag even naar Old Town om rond te kijken en een hapje te eten. Onze gids probeert ons daarvan te weerhouden. We leggen hem uit dat wij wel vaker reizen en weten wat we doen. We nemen een tuk-tuk naar de binnenstad en lopen vervolgens een drukke straat is. Geen auto’s, maar wel honderden brommers die ons aan alle kanten al toeterend om de oren vliegen. En zo hier en daar een tuk-tuk. Het is een enorme chaos is deze straat. Veel kleine winkeltjes en kraampjes aan de kant van de weg waar van alles verkocht wordt. Maar restaurantjes zijn er niet. Als we weer teruglopen naar het plein waar de tuk-tuk ons heeft afgezet, zien we alsnog een restaurant. Van de menukaart begrijpen we niets. Ik zie een plaatje met iets wat op balletjes in tomatensaus lijkt en dat bestel ik. Not spicy, vertelde de ober mij. Als het wordt geserveerd lijkt het totaal niet op balletjes in tomatensaus. Het is een enorme opgerolde Indiaanse tortilla, gevuld met een vegetarisch prutje en vier bakjes saus. Het smaakt best lekker, maar het is zeker wel spicy! We bestellen snel een paar extra flessen water. De naam van het gerecht waren we natuurlijk meteen weer vergeten, maar Marijn noemt het gewoon “breek, dip, eet”. Het grootste gedeelte van mijn vreemde gerecht wordt opgegeten door Bert en Stephan.
We nemen weer een tuk-tuk naar het hotel. Daar drinken we nog wat in de bar met twee Duitsers die ongeveer dezelfde reis maken als wij. Als ik de jongens naar bed breng blijkt dat Stephan, die op een heel smal bedje moet slapen (eigenlijk gewoon een matras op de vensterbank) geen lakens en dekens heeft. Ik vraag hierom bij de receptie. Even later wordt er een stapeltje afgegeven door een medewerker. Moet ik vandaag al weer zelf een bed opmaken? Hoe komen die hotels hier in India in hemelsnaam aan die drie sterren?