Flamingo's en neushoorns

31 december 2021 - Amboseli National Park, Kenia

Na een goede nachtrust in een middelmatig hotel schuiven we aan voor het ontbijt. Onze Italiaans/Chileense vrienden zijn ook weer van de partij. Na het ontbijt sjouwen we onze rugzakken naar beneden en vertrekken we naar Lake Nakuru national park. De ingang is maar een klein stukje rijden. Het park staat vooral bekend om zijn vele flamingo’s en neushoorns. Ik kan me het park nog herinneren van onze reis in 2004, toen het meer helemaal roze was van de flamingo’s. Dat is nu niet zo. Er zijn wel flamingo’s, maar niet in dergelijke grote getale. Na een klein stukje rijden zien we de eerste neushoorns al. Het zijn witte neushoorns, herkenbaar aan de platte bek. Een zwarte neushoorn heeft zijn bek in de vorm van een V. Verderop zien we nog een paar neushoorns met een kleintje. We zien zelfs een leeuw. Bij het meer mogen we uitstappen en een stukje wandelen. Dalton parkeert zijn oude Nissan strategisch overdwars op het pad. Ik zie trouwens niet in hoe dat de neushoorns tegenhoudt want aan beide kanten van het pad is een grote open ruimte. Marijn maakt foto’s van Bert en mij voor het meer, maar maakt eerst zeven selfies voordat hij ons op de foto zet. Doet hij ook als vreemden hem vragen een foto te maken zegt hij. 

We rijden verder door het park, op zoek naar de Rothschild giraffen. Die zijn anders dan de giraffen die we al hebben gezien op de Masai Mara. We zien een hele kudde bij elkaar. Nadat we het belangrijkste wild hebben gezien, zelfs een zeldzame zwarte neushoorn, gaan we op pad voor onze volgende bestemming: Amboseli. Hiervoor moeten we eerst terug naar Nairobi en dan verder naar het zuiden. Het wordt een lange rit, vooral omdat het verkeer vandaag net zo chaotisch is als gisteren. 

We stoppen voor de lunch op dezelfde plek als gisteren. Daar zijn we nu al voor de derde keer en we worden meteen herkend. De telefoons herkennen de wifi en er stromen weer allerlei berichten binnen. We moeten snel lunchen want we hebben nog een lange weg te gaan. Omdat we over een paar dagen de grens van Tanzania oversteken moeten we een PCR-test doen. Dit kan in een ziekenhuis in Nairobi. Dalton kan het niet vinden en vraagt iemand de weg. Die wil wel even een stukje meerijden en ons de goede richting wijzen. Dalton noemt hem Google Maps. We gaan kriskras door Westpark, een van de betere wijken van Nairobi. Google Maps stapt na een tijdje uit en gebaart hevig om zo duidelijk te maken waar we moeten zijn. Uiteindelijk vinden we het. Het afnemen van de test duurt eindeloos. Eerst allerlei formulieren invullen, dan betalen, dan moet de assistente de gegevens invullen in de computer en als we dan eindelijk bij de vrouw komen die de test moet afnemen, moet zij eerst nog onze gegevens handmatig invullen in een soort van kasboek en de etiketten voor op de buisjes handmatig schrijven. Bij iedere patiënt moet zij twee paar nieuwe handschoenen over elkaar aantrekken en pas dan gaat het stokje erin. Dieper dan in Nederland. Maar we overleven het en morgen komt de uitslag.

We rijden verder door het drukke Nairobi. Weer stapvoets door al het verkeer op de weg. Ik doe mijn oortjes is, luister naar muziek en geniet van het landschap en de chaos. Het landschap wordt gaandeweg steeds groener. Na een paar uur rijden stoppen we bij een supermarkt. Ik had hierom gevraagd omdat ik last begin te krijgen van keelpijn en snoepjes wil kopen. Ik hoop maar dat de keelpijn wordt veroorzaakt door het feit dat er steeds met open ramen wordt gereden en dat ik geen slachtoffer wordt van de pandemie. Dat zou onze planning namelijk flink in de war gooien. Met een voorraad snoepjes, koekjes, chips en frisdrank gaan we weer verder. Na een stukje slaan we rechtsaf en zitten we eindelijk op een goede en rustige weg. Voor ons zien we de Kilimanjaro steeds dichterbij komen. Het begint al te schemeren. Plotseling moeten we flink op de rem voor overstekende zebra’s. Het is al helemaal donker als we ergens rechtsaf een onverharde weg inslaan. Vanaf hier is het nog 22 kilometer naar het kamp. Dalton rijdt weer flink door en we moeten ons stevig vasthouden om niet van de stoel te vallen. Ergens rent een hyena het pad over. Om 8 uur komen we aan bij ons kamp. We kunnen meteen aanschuiven voor het eten. We verblijven in kleine huisjes met wat achterstallig onderhoud en gaten in de klamboes. We brengen de avond kaartend door in de eetzaal, in de hoop om het nieuwe jaar te halen. Maar om half 12 wil iedereen gaan slapen. Ergens in de verte horen we iemand herhaaldelijk “happy new year” roepen, maar dan liggen wij al half in dromenland.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marian Olislaegers:
    2 januari 2022
    Voor jullie nog de beste wensen voor 2022!!
    Maak er weer een mooi jaar van.

    Wat een mooie ervaring om zo door de wildernis te rijden. En al die wilde dieren te zien.
    Geniet van al het moois wat je nog gaat zien.

    Groetjes Marian
  2. Jan Olislaegers:
    2 januari 2022
    Vandaag je verhaaltjes gelezen. Ik maak het avontuur zelf bijna mee. Knap dat je nog tijd overhoud voor het schrijven. Geniet er nog van deze laatste week. Groetjes.